Een hypothecaire lening voor een tweede of derde eigen woning zal vanaf 1 januari 2016 onder het fiscale stelsel voor de woonbonus gaan vallen. Dat betekent dat geld lenen voor een tweede woning dankzij de belastingvermindering in de praktijk goedkoper zal worden.
Geld lenen met belastingvermindering
De woonbonus vormt een bedrag dat recht geeft op belastingvermindering, op het moment dat u een lening afsluit om een woning te kopen of deze te bouwen en er vervolgens zelf te gaan wonen. Op dit moment geldt de woonbonus alleen voor uw eerste eigen woning, voor andere woningen kunt u daar geen gebruik van maken. Geld lenen voor een tweede woning kan daardoor een stuk duurder uitvallen, iets waar verandering in zal komen.
Leningen tussen 2005 en 2014 bieden recht op een woonbonus van €2.280 bij de belastingaangifte. Tijdens de eerste tien jaar van de lening komt daar nog eens €760 bij, als extra subsidie. De woonbonus zorgt voor veel gezinnen voor een aanzienlijke belastingvermindering, waardoor het geld lenen voor een eigen woning relatief voordelig is. De regelgeving met betrekking tot de woonbonus zal de komende tijd soepeler worden.
Vanaf 2016 woonbonus voor tweede eigen woning
Vanaf 2016 zal de woonbonus ook beschikbaar zijn voor geldleningen voor een tweede of derde woning. Aan de andere kant zakt het basisbedrag naar €1.520 en geldt er een belastingvermindering op basis van een tarief van 40%. Voor leningen in 2016 blijven die maatregelen van kracht, al wordt het dus mogelijk om de woonbonus in te zetten voor alle woningen die u als hoofdwoning kunt aanmerken.
De tweede, derde of volgende woning is momenteel aan een ander belastingstelsel onderworpen, zodat de kosten daarvoor over het algemeen een stuk hoger uitvallen. Dat moet gaan veranderen, om het aantrekkelijker te maken een tweede of een derde woning te financieren door middel van een hypotheek. Er is vanaf 2016 geen sprake meer van verhogingen op basis van de eerste periode van een lening of gezinnen met drie kinderen. Daar staat aan de andere kant tegenover dat het voor eventuele volgende woningen na de eerste mogelijk wordt om er gebruik van te maken. Geld lenen voor een tweede, derde of volgende woning wordt daarmee relatief aantrekkelijker ten opzichte van het geld lenen voor de eerste eigen woning.