Opvolgingsbureau brengt enige hulp bij problemen met schuldsaldoverzekering

Koppel schuldsaldoverzekering problemenHet opvolgingsbureau heeft recent gedetailleerde cijfers over het eerste werkjaar – 2015 – gepubliceerd. Het vorig jaar wenden in totaal 547 Belgen zich tot het bureau vanwege een geschil met een verzekeraar over de schuldsaldoverzekering.

Bij hypothecaire leningen eisen banken doorgaans een schuldsaldoverzekering, zodat ze bij overlijden van de kredietnemer het openstaand bedrag alsnog terug krijgen. Verzekeraars zijn echter geneigd om voor personen met een hoog gezondheidsrisico een dergelijke verzekering te weigeren, of een extreem hoge bijpremie in rekening te brengen. Het door de overheid geïnstalleerde opvolgingsbureau moet toetsen als de houding van de verzekeringsmaatschappij terecht is.

Van de 547 aanvragen tot onderzoek heeft het opvolgingsbureau in 55 gevallen de kredietnemer kunnen helpen aan een (verbeterd) contract. Op eerste gezicht lijkt het succespercentage van ongeveer 10% vrij laag, maar bij een nadere ontleding van de cijfers ziet het beeld er een stukje positiever uit.

Niet ontvankelijke en slecht gedocumenteerde klachten

Een deel van de aanvragen (65) werd door het bureau niet ontvankelijk verklaard omdat ze buiten het werkterrein vielen. Het opvolgingsbureau mag namelijk alleen de schuldsaldoverzekering onderzoeken op hypothecaire leningen voor de aankoop (of verbouwing) van de enige woning. Niet wanneer het een tweede woning betreft. En indien een klacht het opbrengen van een bijpremie betreft moet deze de grens van 75% hebben overschreden voordat het bureau actie mag ondernemen.

Bij een ander deel van de aanvragen (85) was de informatie van de aanvrager te gebrekkig om een dossier op te maken. Het opvolgingsbureau onderzocht in 2015 dus in totaal 397 klachten.

Weigering tot schuldsaldoverzekering

Van de onderzochte aanvragen ging het in 204 van de gevallen om weigering van een schuldsaldoverzekering. Aankomende kredietnemers kregen om uiteenlopende medische redenen van een verzekeraar te horen dat ze niet in aanmerking kwamen voor een polis
.
Onderzochte dossiers opvolgingsbureau: ”weigering schuldsaldoverzekering”

[table width =”100%” style =”table-striped table-bordered table-hover” responsive =”true”]
[table_head]
[th_column]Reden tot medische weigering[/th_column]
[th_column]Aantal[/th_column]
[/table_head]
[table_body]
[table_row]
[row_column]Hart- en bloedvaten[/row_column]
[row_column]55[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Tumoren, kwaadaardige aandoeningen of kanker[/row_column]
[row_column]51[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Polypathologie (meerdere aandoeningen)[/row_column]
[row_column]25[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Suikerziekte (diabetes)[/row_column]
[row_column]12[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Overige aandoenigen[/row_column]
[row_column]61[/row_column]
[/table_row]
[/table_body]
[/table]

Voor 170 van de dossiers moest het opvolgingsbureau vaststellen dat de onderneming medisch en verzekeringstechnisch het recht had om de schuldsaldoverzekering te weigeren. Het door een onafhankelijke magistraat voorgezeten bureau bestudeerd een weigering op basis van de algemene wettelijke, sociale en financiële regels en waarden. Bij 20 dossiers was er geen rechtvaardiging voor de afwijzing en heeft het bureau een voorstel bezorgd aan de verzekeraar en de kandidaat-verzekerde. Ondanks dat het advies geen rechtskracht heeft, is het toch in alle gevallen door beide partijen geaccepteerd. Voor 9 dossiers hadden de betrokken verzekeringsondernemingen al op eigen initiatief hun weigering ingetrokken, en toch een schuldsaldoverzekering aangeboden. Bij de publicatie van de cijfers waren 5 dossiers nog in behandeling.

Bijpremie van meer dan 75% op schuldsaldoverzekering

Van de door het opvolgingsbureau onderzochte dossiers hadden 193 betrekking op de bijpremie. Aankomende kredietnemers kregen om uiteenlopende medische reden te horen dat ze een hogere premie voor de polis zouden moeten betalen.

Onderzochte dossiers opvolgingsbureau: ”bijpremie hoger dan 75%”

[table width =”100%” style =”table-striped table-bordered table-hover” responsive =”true”]
[table_head]
[th_column]Reden voor de bijpremie[/th_column]
[th_column]Aantal[/th_column]
[/table_head]
[table_body]
[table_row]
[row_column]Hart- en bloedvaten[/row_column]
[row_column]37[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Suikerziekte[/row_column]
[row_column]39[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Tumoren, kwaadaardige aandoeningen of kanker[/row_column]
[row_column]33[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Polypathologie[/row_column]
[row_column]15[/row_column]
[/table_row]
[table_row]
[row_column]Overige medische aandoenigen[/row_column]
[row_column]69[/row_column]
[/table_row]
[/table_body]
[/table]

Ook hier moest het opvolgingsbureau constateren dat in een groot deel van de gevallen, 162 dossiers, de verzekeraar gerechtigd was om vanwege het vergroot risico de hoge bijpremie te vragen. Bij 13 dossiers was de verzekeraar bereid om op voorstel van het bureau een verlaagde bijpremie aan te bieden en in eveneens 13 gevallen deden de ondernemingen dit op eigen initiatief. Voor 2 dossiers kon er geen schikking worden bemiddeld en 3 dossiers zijn nog in behandeling.

Ik deel het op :

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door u te abonneren op de Geldbank nieuwsbrief ontvangt u tips, adviezen en informatie over :

Logo Geldbank détouré h-65px